Geplaatst op 26-7-2021 door api_more2make.nl
Hoe begin je nu met breien? Een vraag die wij regelmatig gesteld krijgen en vandaag in deze blog uitgebreid gaan beantwoorden. Bij breien horen natuurlijk de nodige materialen. Een set breipennen en een aantal bollen garens die allebei zijn afgestemd op het breipatroon dat je gekozen hebt. Als startende brei(st)er raden wij je namelijk niet aan om te beginnen met freewheelen. Ga niet meteen in de hoogste versnelling, maar kies een patroon voor de beginneling die je aan de hand meeneemt naar het afmaken van jouw eerste breiproject. In de breipatronen voor beginners ga je een aantal basissteken tegenkomen. Geen reden tot paniek, want na het lezen van deze blog ben jij op de hoogte van de basissteken waarmee je de meest fantastische creaties breit. Daar gaan we!
Beginsteek
De naam van de steek verklapt eigenlijk al waarom of wanneer deze steek gebruikt wordt. De beginsteek is namelijk dé steek waarmee je al jouw brei-avonturen gaat aftrappen. Oftewel: de beginsteek is de allereerste steek die op jouw breinaald verschijnt.
1. Maak in de draad een lus. Maak nog een lus en trek deze lus door jouw eerste lus. Nu heb je een lus met twee soorten draden. Een werkdraad en een draadeinde. Let op: om te oefenen met het opzetten van steken heb je voldoende aan 20 tot 30 cm draad. Ga je voor het ‘echie’ aan de slag, dan dient het draadeinde minimaal drie keer zo lang te zijn als de gewenste breedte van jouw breiwerk.
2. Steek een breinaald in de lus en zet de lust op de naald vast door aan de twee draden te trekken.
Breisteek 1: Steken opzetten
Nadat je de beginsteek hebt gemaakt, ga je verder met het opzetten van steken.
1. Je pakt de twee draden op. Een draad gaat om je duim, de andere draad (het draadeinde) gaat om je wijsvinger.
2. Met je de punt van je breinaald ga je aan de linkerkant van je linkerdraad (voorste draad) staan.
3. Je steekt de punt van je breinaald rechts onder de voorste draad door. Je wijst met de punt van de breinaald naar boven en trekt de voorste draad met je mee naar rechts naar de rechtse draad (achterste draad).
4. Met de breinaald heb je zojuist van het voorste draadje een lus gemaakt. Nu ga je met de punt van je breinaald over de bovenkant van het achterste draadje naar de rechterzijde van deze draad.
5. Met de punt van je breinaald trek je het achterste draadje door de lus die je met het voorste draadje gemaakt hebt.
6. Trek de gemaakte steek vervolgens aan.
Breisteek 2: Rechte steek
“Insteken, omslaan, doorhalen en af laten glijden.”, is wat mijn oma vroeger tegen me zei toen ze mij voor de eerste keer een bol wol en een paar breinaalden gaf. Na even oefenen had ik de rechte steek, eigenlijk ook wel de basissteek van het breien, onder de knie. En met de volgende stappen heb jij de rechte steek binnenkort ook in jouw repertoire van breisteken. Let’s go!
*Let op: is jouw dominante hand de rechterhand of de linkerhand? De uitleg van de basissteken in deze blog is gebaseerd op een dominante rechterhand.
1. Neem de breinaald met de opgezette steken in de linkerhand. In de rechterhand heb je de (nog) lege breinaald.
2. Steek de lege breinaald door de eerste lus op de breipen in je linkerhand. Hierbij ga je onder de breinaald door. Deze handeling wordt ook wel ‘insteken’ genoemd.
3. Pak met je linkerhand beide breinaalden even vast op de plek dat de breipunten van de naalden elkaar kruisen.
4. Sla met je rechterhand de draad om de punt van je rechternaald, vanuit de onderkant van de breinaald. Zorg er daarna voor dat de draad aan de achterkant van het breiwerk zit. Deze stap wordt ook wel ‘omslaan’ genoemd.
5. Haal vervolgens de omgeslagen draad terug door de gemaakte steek. Deze stap wordt ook wel ‘doorhalen’ genoemd.
6. Laat de steek met je rechternaald de nieuwe steek voorzichtig van de linkernaald glijden. Deze stop wordt ook wel ‘afglijden’ genoemd.
De eerste rechte steek is gemaakt! Wanneer je jouw eerste toer (rij met steken) met rechte steken op de rechter breinaald hebt staan, verwissel je de breinaalden van hand. Dit zodat je de breinaald met je steken in de rechterhand hebt.
Breisteek 3: Averechtse steek
Van de rechte steek gaan we naar de averechtse steek. De averechte steek gebruik je vrijwel altijd in combinatie met rechte steken. Wanneer je de rechte en averechte steken met elkaar afwisselt, krijg brei je de tricotsteek. Breisteek nummer 4 in deze blog.
1. Neem de breinaald met de opgezette steken in je linkerhand. Steek met je rechterbreinaald in de eerste steek. Dit doe je vanuit de onderkant, in de tegengestelde richting (zoals bij de rechtse steek). Je rechternaald bevindt zich nu boven de linkernaald. Let hierbij op dat de draad aan de linkerkant van je rechterbreinaald hangt. – Wanneer je een rechtse steek breit, hangt de draad rechts.
2. Met de draad (die links van de breinaald hangt) sla je om de rechterbreinaald heen. Dit doe je door met de draad rechts over de rechterbreinaald te gaan en de draad vervolgens onder de rechterbreinaald te laten gaan. Nu hangt de draad weer terug op de plek waar we met de draad gestart waren: aan de linkerkant van de rechterbreinaald.
3. Haal de rechterbreinaald vervolgens naar achteren. Trek de zojuist gemaakte lus/omslag met je mee. En zie daar… de allereerste averechte steek op je rechterbreinaald.
Breisteek 4: Tricotsteek
Brei je eerst een breinaald met rechte steken en daarna een toer met averechte steken? Dan heb je de tricotsteek te pakken. Mocht je met de tricotsteek aan de slag willen gaan, scrol dan even naar de bovenste twee steken (breisteek 2 en 3). Meer heb je niet nodig!
Breisteek 5: Boordsteek
Yes, we gaan verder met de boordsteek! De naam van de steek verklapt eigenlijk al waar de steek voornamelijk voor gebruikt wordt. Precies, voor een boordje! Bij de boordsteek wissel je een rechte steek af met een averechte steek, in dezelfde toer (rij). Voor een smal boordpatroon brei je bijvoorbeeld één steek recht en één steek averecht. Zie je het boordpatroon graag wat breder? Dan brei je bijvoorbeeld twee steken recht en twee steken averecht. De breedte bepaal je dus helemaal zelf. Wel is het belangrijk dat je net zoveel rechte als averechte steken opneemt op je breipen.
Breisteek 6: Gerstekorrel
Heb je de boordsteek in de vingers, dan is de gerstekorrel ook een eitje. Je begint de eerste toer net als bij de boordsteek. Eerst een rechte steek, waarna je de averechte steek breit. Bij de tweede toer komt het verschil tussen de boordsteek en de gerstekorrel naar voren. Bij een boordsteek brei je een rechte steek boven een rechte steek en een averechtse steek boven een averechtste steek.
Bij een gerstekorrel brei je een averechte steek boven een rechte steek en een rechte steek weer boven een averechte steek. Deze twee naalden blijf je vervolgens herhalen om een patroon met de gerstekorrel te maken.
Breinaalden en garens
Een goede uitleg van de breisteken is belangrijk, maar zonder een set breinaalden en garens kom je natuurlijk niet ver. In ons assortiment hebben we vele breinaalden, waarbij je de keuze hebt uit verschillende merken, materialen en maten. Klik hier voor het volledige assortiment!
Wanneer je de juiste breinaalden hebt gescoord, ga je op zoek naar garens. Bij sommige patronen staat er dat er specifiek gewerkt dient te worden met een specifiek garen van een bepaald merk. Heb je wat meer ruimte gekregen van je patroon, dan kun je zelf op zoek naar het juiste bolletje wol. Breien kan zowel met dierlijke (wol) als niet-dierlijke garens (katoen, acryl, polyester, bamboe en hennep etc.). Aan het patroon en/of jou de keuze voor welk garen je gaat. Op Wolplein.be vind je een garenassortiment met meer dan 20.000 verschillende bollen garen. Dus ben je nog op zoek naar een bolletje wol voor jouw eerste breiproject? Klik dan snel hier!