Nee hoor, jij bent echt niet de enige die afhaakt bij het zien van een haakschema. Al die symbolen; wat moet je er mee? In dit blog zetten we de voordelen van een haakschema op een rijtje, vertellen we je de betekenis van de symbolen en leggen we je haarfijn uit hoe je zo’n telpatroon leest…
De voordelen van een haakschema
We trappen af met de verschillende voordelen van een haakschema. Deze wordt trouwens ook wel haakdiagram of telpatroon genoemd. Een haakschema bestaat uit een tekening universele haaksymbolen. Het grote voordeel van zo’n schema is, dat ook al is de bijbehorende tekst niet in het Nederlands of een andere taal die jij spreekt, je tóch het patroon kan haken, dankzij dit haakschema.
Ook als het een Nederlands patroon betreft heeft het haakschema een toegevoegde waarde. Het verduidelijkt namelijk de tekst. Want zoveel ontwerpers, zoveel manieren van opschrijven. Wil de ontwerper dat je twee vasten in één steek haakt of in twee opeenvolgende steken? In het haakschema zie je het in één oogopslag.
Haaksymbolen uitgelegd
Met een haakschema worden zelfs Japanse of Russische haakpatronen leesbaar. Dit komt omdat de haaksymbolen universeel zijn en dus wereldwijd hetzelfde zijn. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. In patronen met een haakschema wordt over het algemeen alleen gebruikgemaakt van de basissteken. Lossen, vasten, halve vasten en (dubbele) stokjes komen het vaakst voor. Hieronder zetten we de meest voorkomende symbolen op een rijtje, met de bijbehorende betekenis:
Hoe lees je een haakschema
En dan het belangrijkste. Want hoe lees je nou zo’n haakschema? We leggen het je uit aan de hand van een granny square. Het traditionele vierkantje dat wordt gebruikt voor dekens, kussens, tassen, kleding en nog veel meer.
Hierboven zie je een gehaakte granny square en het bijbehorende telpatroon. Deze granny square wordt in het rond gehaakt. Het hart is de start: een magische ring. De granny square bestaat uit 5 toeren of rondes. Elk cijfer geeft het begin van een ronde aan. Je leest een ronde tegen de klok in. We gebruikten het garen Yarn and Colors Epic in 5 verschillende kleuren en haaknaald 5 mm.
Ronde 1 (kleur 084 Pistachio): je hebt een magische ring gemaakt. Dat is dat rondje in het midden. In deze magische ring haak je ronde 1. Je begint bij dit cijfer en leest tegen de klok in. Allereerst staan er 3 rondjes. Deze staan voor 3 lossen. Dan 2 stokjes. Dan 1 losse. Dan 3 stokjes. Dan 1 losse. Dan 3 stokjes. Dan 1 losse. Dan 3 stokjes. Dan 1 losse. Dan zie je een groene punt. Deze staat voor een halve vaste. Aan de positie van deze groene stip zie je dat je deze halve vaste maakt in de bovenste losse van de eerste 3 lossen van deze toer. Hecht de draad af.
Ronde 2 (kleur 052 Orchid): Hecht aan op een van de hoeken. Hier start je ronde 2. Zoals je aan de linkerkant van nummer 2 ziet, begin je wederom met 3 lossen. De volgende stokjes haak je om de losse van de vorige toer heen. Achtereenvolgens zijn dit 2 stokjes, 1 losse en 3 stokjes. Vervolgens ga je naar de volgende hoek. Hier haak je (wederom om de losse heen) 3 stokjes, 1 losse en 3 stokjes. Dit herhaal je nog 2 maal, op beide andere hoeken. Je eindigt ronde 2 met een halve vaste (het paarse puntje) in de bovenste losse van de eerste 3 lossen van deze toer. Hecht de draad af.
Ronde 3 (kleur 073 Jade Gravel): Hecht de nieuwe kleur aan op een van de hoeken. Het begin is gelijk aan de vorige ronde. Je begint dus met 3 lossen en haakt (om de losse van de vorige toer) 2 stokjes, 1 losse en 3 stokjes. *Haak nu aan de lange zijde 3 stokjes tussen de 2 groepjes stokjes van de vorige toer. Dan is de hoek weer aan de beurt: 3 stokjes, 1 losse en 3 stokjes, om de losse van de vorige toer.* Je herhaalt het gedeelte tussen de sterretjes, totdat je weer bent aangekomen bij de hoek waar je bent begonnen. Hier sluit je de ronde af met de stip, die staat voor een halve vaste in de bovenste losse van de eerste 3 lossen van deze toer. Hecht de draad af.
Ronde 4 (kleur 038 Peony Pink): deze toer is vrijwel gelijk aan de vorige ronde. Hecht de nieuwe kleur aan op een van de hoeken. Je begint met 3 lossen en haakt (om de losse van de vorige toer) 2 stokjes, 1 losse en 3 stokjes. *Haak nu aan de lange zijde 3 stokjes tussen de 2 groepjes stokjes van de vorige toer. Je slaat 3 stokjes over en haakt daarna nog 3 stokjes tussen 2 groepjes stokjes van de vorige toer. Dan is de hoek weer aan de beurt: 3 stokjes, 1 losse en 3 stokjes, om de losse van de vorige toer.* Je herhaalt het gedeelte tussen de sterretjes, totdat je weer bent aangekomen bij de hoek waar je bent begonnen. Hier sluit je de ronde af met de stip, die staat voor een halve vaste in de bovenste losse van de eerste 3 lossen van deze toer. Hecht de draad af.
Ronde 5 (kleur 081 Lettuce): Je hebt het vast helemaal door nu. De hoeken zijn gelijk aan de vorige rondes. Aan de lange zijdes haak je weer 3 stokjes tussen de groepjes stokjes is. In deze ronde doe je dat driemaal. Na de laatste halve vaste kun je afhechten en is je granny square af.
Gratis haakpatroon omslagdoek (mét haakschema!)
En, hoe ging dat? Zo’n schema haakt heerlijk weg toch?! Ben je klaar voor meer uitdaging, dan hebben we een gratis haakpatroon van Katia voor je klaarstaan.
Omslagdoek Katia Australis
Vers van de pers: de Katia Australis. Gemaakt van 70% acryl en 30% wol houdt deze bol je lekker warm op frisse dagen. Er zitten maar liefst 600 meters op de bol, waardoor je slechts 1 bol nodig hebt voor een bontgekleurde omslagdoek. Katia verwent jou met een gratis patroon van deze omslagdoek. Je haakt deze sjaal heen en weer, waardoor je het haakschema net iets anders leest dan de granny square. De oneven toeren lees je van rechts naar links, de even toeren van links naar rechts. Ook keer je je werk nadat je de eerste 3 lossen van een toer hebt gehaakt.
Om te beginnen haak je 4 lossen, die je tot een rondje sluit d.m.v. een halve vaste. Hierna start je met toer 1. Zoals je ziet zijn de toeren afwisselend grijs en zwart gekleurd, zodat je goed kunt zien uit welke steken de toer bestaat. Toer 1 bestaat uit 3 lossen (die staan voor 1 stokje), 5 stokjes, 2 lossen en 6 stokjes. Toer 2: haak 3 lossen, keer je werk. Haak 2 stokjes in de eerste steek. Haak op de komende 5 stokjes van de vorige toer elk 1 stokje. Haak om de lossen van de vorige toer 2 stokjes. Haak 2 lossen. Haak nogmaals 2 stokjes om de lossen van de vorige toer. Haak op de komende 5 stokjes van de vorige toer elk 1 stokje. Haak 3 stokjes op de bovenste losse van de eerste 3 lossen van de vorige toer.
Ga verder met toer 3 t/m 14. Hierna herhaal je toer 1 weer. Het gedeelte dat je moet herhalen wordt in een telpatroon altijd aangegeven met een R. In dit geval zijn dat dus alle toeren. Toer 15 bestaat dus uit 3 lossen, 2 stokjes in de eerste steek, in elke steek 1 stokje tot de bocht, 2 stokjes om de lossen, 2 lossen, 2 stokjes om de lossen, in elke steek 1 stokje tot de laatste steek (de bovenste van de 3 lossen van de vorige toer) waarin je 3 stokjes haakt.
Haak lekker verder totdat je bol op is. Hierna is het een kwestie van afhechten en de draad wegwerken en je nieuwe eyecatcher is klaar!
Inspireer ons en anderen
De cursus zit erop, haakschema’s kennen voor jou geen geheimen meer. Wanneer de Australis van je naald is gegleden of je een ander prachtig project gehaakt hebt aan de hand van een haakschema, zien we jouw creaties maar al te graag verschijnen op onze Facebookpagina of Instagram met de #wolplein.