Jij wil leren breien! Welkom in onze wonderlijke wereld van heerlijke garens en breinaalden. Je hebt vast een heel tof kledingstuk of accessoire gezien en durft nu de eerste stap te zetten op weg naar de brei-top. Maar hoe lees je een breipatroon? In dit blog nemen we je aan de hand mee bij het breien van je eerste steken én leggen we uit hoe je een breipatroon leest.
O zo cliché, maar o zo waar: een goede voorbereiding is het halve werk. Zorg dat je voordat je begint met breien de basissteken en beginselen van het breien onder de knie hebt. Natuurlijk helpen we je daar maar al te graag mee. Op onze website vind je een complete online breicursus, waarin alle basissteken uitgebreid aan bod komen. Breinaalden en proefbolletje in de aanslag en oefenen maar!
Breipatronen lezen, van A tot Z
Krijg je voor het eerst een breipatroon voor je neus, dan bezorgen alle cijfertjes, afkortingen en schema’s je misschien wel klotsende oksels. Ontspan, het lezen van breipatronen is niet zo ingewikkeld als het in eerste instantie lijkt. Laten we samen de standaard onderdelen van een breipatroon onder de loep nemen.
1. Merk, model en niveau
Bovenaan elk breipatroon staat wie het patroon heeft ontworpen en wat de naam van het project/model is. Ook vind je hier de moeilijkheidsgraad. Start als breister-in-de-dop met een gemakkelijk patroon. Dus eerst een sjaal en dan pas die hippe gestreepte trui die je al een tijdje op het oog hebt. Begin je met een te moeilijk of te groot project, dan kan dat weerslag hebben op je breiplezier. En dat is toch juist waarom je de naalden hebt opgepakt?
2. Afmeting of maat
Afhankelijk van het project dat je bent gestart, volgt nu de afmeting (bijvoorbeeld van een sjaal) of de maat (bijvoorbeeld van een trui). Worden er in een patroon meerdere maten genoemd, dan raden we je aan om met een markeerstift alle afmetingen en steken die op de door jou gekozen maat van toepassing zijn te markeren. Dit voorkomt verwarring en uiteindelijk teleurstelling. In veel patronen staat ook een schematische tekening van het project, met daarbij de afmetingen die jouw eindresultaat behoort te hebben. Handig, want daarmee kun je tijdens het breien checken of je de goede kant op gaat. Eenmaal klaar hou je deze afmetingen aan voor het opspannen van je breiwerk.breipatroon lezen.
3. Benodigde materialen
Pak de bolletjes en naalden er maar bij. Onder het volgende kopje vind je alles wat je nodig hebt voor het maken van jouw nieuwe breiproject. Je leest hier hoeveel bollen je moet inslaan (eventueel uitgesplitst per maat) en in welke kleur. Al kun je aan dat laatste natuurlijk ook je eigen draai geven. Verder lees je hier welke dikte breinaalden je nodig hebt en of er verder nog accessoires nodig zijn, zoals bijvoorbeeld een kabelnaald.
4. Gebruikte steken en het breischema of telpatroon
Zitten er speciale steken of motieven in je breiwerk, dan vind je deze onder het kopje ‘gebruikte steken’. In tegenstelling tot de basissteken staan deze bijzondere steken ook uitgelegd. Soms hoort er bij een bepaalde steek ook een breischema of telpatroon. Een breischema of telpatroon is een schematische weergave van het patroon. Aan de hand van dit schema en de bijbehorende legenda weet je precies wanneer je welke steek moet breien. Heb je een aantal keer aan de hand van zo’n schema gewerkt, dan breit het lekker snel weg omdat het behoorlijk wat leeswerk scheelt. Elke regel in het schema is één toer. De nummertjes aan de linker- of rechterkant geven aan welke toer het is. Je leest het schema zoals je breit, dus van onder naar boven. Brei je plat, dan lees je om en om van rechts naar links en van links naar rechts. Werk je in het rond, dan lees je elke toer van rechts naar links. Het gedeelte dat wordt gemarkeerd met een R geeft de herhaling van het patroon weer. Dit stukje herhaal je dus totdat je (samen met de steken die ervoor en erna staan getekend) het juiste aantal steken op je naald hebt staan.
5. Stekenverhouding
Niet het leukste onderdeel, maar wel een van de belangrijkste: het proeflapje. Door het proeflapje te breien zit jouw nieuwe project straks als gegoten. Brei je dit proeflapje namelijk niet, dan kan het voorkomen dat je nieuwe trui of vest veel te groot of te klein is. En dat is natuurlijk zonde, gezien de tijd en liefde die je in je nieuwe project hebt gestoken. Je breit het proeflapje met de genoemde naalddikte en de vermelde steek. Staan de steken en naalden op je breipennen en is jouw lapje 10x10 cm, dan kun je van start. Is je lapje te groot of te klein, dan heb je een andere naalddikte nodig om toch tot het gewenste resultaat te komen.
6. Instructies
De benodigde materialen liggen klaar, je hebt de steken onder de knie en je proeflapje klopt. Niets houdt jou meer af van het breien van een meesterwerk. Lees eerst het volledige patroon door en volg dan stap voor stap de instructies. Let er vooral goed op welk aantal steken op jouw maat van toepassing is en welk soort steek je moet gebruiken. Breipatroon lezen
7. De afwerking
Een goede afwerking is de kers op de taart van elk project. Onder dit kopje lees je vaak hoe een project in elkaar wordt gezet en of/waar knopen of andere details vastgenaaid moeten worden.
Brei er op los!
Met bovenstaande kennis kennen breipatronen voor jou geen geheimen meer. Of struggle je nog met de afkortingen? Dan halen we speciaal voor jou nog even een oud blog onder het stof vandaan, waarin je de betekenis van alle afgekorte breitermen vindt. Ook delen we met liefde en plezier al onze breipatronen voor beginners.