Tunisch haken: basissteek - Tunisch haken is super leuk en daar willen we zoveel mogelijk mensen van overtuigen. In deze vijfdelige cursus leren we je de basissteken - en alle variaties die je daarmee kunt maken - van deze leuke techniek. Lees snel verder voor de eerste les!
In deze eerste les gaan we aan de slag met de basissteek van het tunisch haken. Deze steek wordt ook wel de 'gewone' tunische steek genoemd. Annemarie legt stap-voor-stap uit hoe de steek in elkaar zit en hoe je het eerste vlaggetje van de slinger haakt. Het patroon wordt ondersteund door een video en een uitgebreide beschrijving.
Leuke weetjes over de tunische basissteek
- Deze steek geeft een mooi stevig haakwerk. Het is natuurlijk afhankelijk van je hand van haken, maar meestal gebruik je bij deze steek een grotere haaknaald dan aangegeven wordt op het garen.
- Met de basissteek krijg je een mooi lapje met gelijkmatige blokjes waarop je heel makkelijk kruissteekjes kunt borduren.
- Bij tunisch haken is het fijn om garen te gebruiken waarvan de draad niet snel splijt.
Wat heb je nodig?
Wil je de slinger maken zoals wij die hebben gemaakt? Haak dan 2 vlaggetjes in de basissteek:
1ste lapje: basiskleur 86 en het randje kleur 68
2de lapje: basiskleur 75 en het randje kleur 78
Tunisch haakpatroon basissteek:
Start met een ketting van 14 lossen.
1ste toer :
Steek nu de haaknaald in de 2de losse vanaf de haaknaald. Om te bepalen wat nu de 2de losse is, kun je kijken waar je werkdraad uit komt. De losse waar je werkdraad uit
komt, die sla je over, de eerstvolgende is de 2de losse vanaf de haaknaald. Steek in, maak een omslag met de haaknaald en neem de draad mee door de steek. Laat de omslag op je haaknaald staan. Je hebt nu 2 lussen op je haaknaald. * Steek in de volgende losse, maak een omslag met de haaknaald en neem de draad mee door de steek. Laat de omslag op je haaknaald staan *. Herhaal *tot*, tot het einde van de toer. In totaal heb je nu 14 lussen op je haaknaald staan.
2de toer:
Maak een omslag en haal de omslag door 1 lus op je haaknaald. * Maak een omslag en haal door 2 lussen op de haaknaald*. Herhaal *tot*, tot het einde van de toer tot je weer 1 lus op je haaknaald hebt staan.
3de toer:
Als je nu naar je steken kijkt zie je dat er allemaal verticale streepjes zijn ontstaan.
Sla het eerste verticale streepje over. Steek je haaknaald aan de voorzijde van het lapje van de rechterzijde onder het 2de verticale streepje door. Maak een omslag en haal de omslag on het streepje door zodat er een tweede lus op je haaknaald ontstaat. Doe dit bij alle verticale streepjes die je ziet. De laatste valt echt aan de rand van je haakwerk. Deze pak je ook op zodat er weer 14 lussen op je haaknaald staan.
Om je lapje groter te haken wissel je toer 2 en 3 steeds af.
Voor ons vlaggetje voor deze cursus hebben we in totaal 28 toeren gehaakt.
29ste toer:
Steek je haaknaald onder het 2de verticale streepje zoals in de 3de toer. Maak een omslag. Haal de omslag onder het verticale streepje door en haal deze gelijk door op de lus op de haaknaald. Je houdt 1 lus op je haaknaald. Herhaal dit tot het einde van de toer en haal de einddraad door de laatste lus op je haaknaald om af te sluiten.
Ter afwerking haken we op het lapje nog een randje van vasten. Dit doen we aan drie zijden van het lapje, zoals wordt uitgelegd in de video.
Meteen verder met les 2? Bekijk hier les 2 met de tunische tricotsteek.
